Hoe bied je condoleances aan iemand wiens dierbare is gestorven?

Hoe bied je condoleances aan iemand wiens dierbare is gestorven?

Volgens een onderzoek van SIRE heeft 83 procent van de Nederlanders ooit te maken gehad met de dood. Toch weet je vaak niet wat je moet zeggen als iemand die je kent een dierbare verliest. Dit is niet vreemd, aangezien we meestal niet gewend zijn om over de dood te praten. In dit artikel krijg je daarom concrete tips: Wat zeg je tegen mensen die een dierbare hebben verloren en hoe vermijd je dooddoeners?

Mensen die een geliefde verliezen, voelen zich vaak eenzaam in hun verdriet. Ze willen anderen niet belasten, zijn bang om op het werk in tranen uit te barsten, of weten niet goed hoe ze het gesprek moeten beginnen. Vaak proberen ze sterk te blijven, omdat ze anders ‘geen leuk gezelschap’ zijn. Als vriend, collega of familielid kun je een belangrijke rol spelen. Door vanaf het begin openlijk over de dood en de overledene te praten, maak je ruimte voor de rouw van je dierbare – en toon je aan dat hij of zij er niet alleen voor staat.

Doorbreek het taboe op de dood: praat met nabestaanden!

De volgende tips helpen je om op een goede manier er voor nabestaanden te zijn.

Zeg minder, stel meer vragen.

Iedereen ervaart verlies anders, dus er zijn geen ‘perfecte’ woorden of condoleances. Een goede manier om een gesprek over de dood te starten, is door vragen te stellen. Vraag bijvoorbeeld hoe het met de rouwende gaat, hoe hij of zij het afscheid heeft ervaren en wat je kunt betekenen. In een moeilijke tijd is het heel belangrijk om je gehoord te voelen.

Geef een andere betekenis aan het woord ‘gecondoleerd’.

Er is niets mis met ‘gecondoleerd’, maar het heeft wat aan betekenis verloren omdat het zo vaak wordt gebruikt. Probeer het eens in je eigen woorden te zeggen, bijvoorbeeld: ik vind het zo erg voor je, wat moet het zwaar voor je zijn of ik wil je alle kracht van de wereld toewensen.

Deel een herinnering of anekdote.

In plaats van over de dood of het gemis te praten, kun je ook het leven van de overledene bespreken. Deel een mooie herinnering of anekdote en sluit af met: ‘Hans was een goede vent, ik denk met veel plezier aan hem terug.’ Zo ontstaat er vaak op een natuurlijke wijze een gesprek waarbinnen ook de rouw een plaats kan krijgen.

Bied hulp aan.

Ben je geen prater, maar wil je er wel zijn voor de nabestaande? Zeg dan: Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, maar ik wil je heel graag helpen. Wat kan ik voor je doen? Tips om nabestaanden praktisch en emotioneel te steunen, vind je hier.

Wees niet bang om iets verkeerds te zeggen.

Het is niet erg als het gesprek in het begin wat onhandig is; het is in ieder geval beter dan er helemaal niet over praten. Als je het moeilijk vindt, zeg dan: Ik ben bang om iets onhandigs te zeggen, maar ik wil dat je weet dat je altijd met me kunt praten.

Vertrouw op je relatie met de nabestaande.

In een artikel van een bekende krant vertelt een jonge vrouw over het verlies van haar man. De meest troostende woorden kwamen van haar beste vriendin: ‘Meike, we maken er toch nog een mooi leven van samen!’ Het gaf haar kracht omdat ze zich realiseerde dat er nog meer moois zou komen. Als iemand anders dit had gezegd, had ze het misschien negatief opgevat, maar haar beste vriendin voelde aan wat ze nodig had op dat moment. Probeer te vertrouwen dat je dit ook goed kunt aanvoelen.

Vermijd dooddoeners: zeg dit liever niet tegen nabestaanden

Uit onderzoek van SIRE blijkt dat 38 procent van de mensen het lastig vindt om over de dood te praten. Juist omdat je er zo weinig ervaring mee hebt, kunnen er soms onhandige uitspraken uitfloepen. De tips hieronder helpen je om dooddoeners te vermijden.

Mijd clichés.

Clichés of dooddoeners zoals ‘de tijd heelt alle wonden’ of ‘het is een mooie leeftijd om te gaan’, bieden vaak geen enkele troost of steun. Sterker nog: ze kunnen behoorlijk kwetsend zijn. Zo kan ‘het is een mooie leeftijd om te gaan’ al snel worden opgevat als: ze was al 90, dus eigenlijk is het minder erg dat ze er niet meer is. Bovendien doen clichés geen recht aan de overledene, die in de ogen van de nabestaanden uniek en onvervangbaar was.

Wees voorzichtig met adviezen die oplossingen suggereren.

Het is menselijk om de pijn en het verdriet van anderen te willen ‘oplossen’, maar goedbedoelde adviezen (zoals ‘misschien moet je weer gaan daten’ of ‘probeer er niet altijd mee bezig te zijn’) kunnen voor nabestaanden erg kwetsend zijn. Probeer niet in te vullen wat ze nodig hebben, maar toon begrip, luister en wees liefdevol.

Bepaal nooit voor iemand in rouw wanneer het ‘klaar’ is.

Een rouwproces is persoonlijk en heeft geen vaststaand einde. Vul dus nooit voor iemand anders in wanneer hij of zij genoeg heeft gerouwd en zeg geen dingen als: ‘het is al twee jaar geleden’ of ‘het leven gaat verder’. Vraag liever regelmatig hoe het met de persoon gaat en wat je kunt doen om te helpen.